zondag 12 augustus 2012

Weer thuis!

Na een goeie vlucht en snel bemachtigen van onze bagage en in elkaar zetten van de fietsen willen we met de trein naar Rotterdam! Melanie wilde ons komen halen, maar dit lijkt ons wat gemakkelijker. Eerst nog even op Schiphol een Starbucks koffie om onze korte nacht te compenseren, die we met onze laatste dollars kunnen betalen. Maar shit happens, vooral bij de NS. Er is een wisselstoring tussen Leiden en Den Haag en wij mogen tegen normaal tarief met de Fyra mee, maar onze fietsen niet. Dat doen wij dus mooi niet en we worden van het kastje naar de muur gestuurd (wat een klotebaan als je NS-medewerker bent). Via Utrecht, er rijdt weer een trein of toch niet? Enfin, vele uren later zijn we dan toch op het station in Rotterdam, waar mijn overbuuf Hillie me toegilt. De Chinees is nog open en volgegeten, moe en zeer voldaan slapen we een gat in de volgende dag!
Werk aan de winkel. Peeetje haalt al het onkruid uit mijn wilde tuin (met inmiddels ook een vijver) en ik doe allerlei andere HKK-tjes (Huishoudelijke K*t Karweitjes)!

Weer thuis van alle hoge bergen
na 't zware trappen, ied're top. 
Willen we 's avonds moe gaan slapen
maar ook hier: wéér trappen op!
(Peeetje)



Nu zijn we in Oostvoorne. Wat een feest! Zon, zee (een nieuw strand, Maasvlakte 2), zoveel groen,  zwemmen in Oostvoornse meer en een gevulde koelkast (dank je wel lieve Melanie). We kunnen nu na twee dagen weer lopen in Pééétjes wilde tuin. Heel langzaamaan komen we in een normaal ritme. Ruimte om tijd te maken voor mijn andere passie: lesgeven in mijn eigen Remedial Teaching praktijk. Ik upgrade mijn LinkedIn account en maak een nieuw twitteraccount aan. @Annefiets gaat nu ook twitteren als @RTAvdLouw.



maandag 6 augustus 2012

We komen eraan!

No guests tonight?
Tussen Olympia en  Lacey is helaas geen camping. Iemand wijst ons de weg naar twee motels. Het eerste heeft nog lege kamers met alles erop en eraan (magnetron, wifi, koelkast, t.v., bad, handdoeken en een goed breed bed) voor een mooi prijsje. Dat goed bed heeft mijn rug nodig, want die deed gisteren een beetje au, au. Komt dat, omdat we nu echt aan het relaxen zijn? Wel komt Peeetje lachend terug van the office (de internetverbinding was daar sneller). 'n Oudere vrouw in een mooie blauwe jas met alleen een plastic tasje checkte in. De Chinese eigenaar vroeg haar: " No guests tonight?" Gelukkig was haar antwoord "No", want ze kreeg de kamer naast ons. Waar zijn we nu weer beland?
Zwarte zaterdag.

En zo fietsen wij op "zwarte zaterdag", na toch wel een onrustige nacht op de eerste echte warme dag in Washington, naar het Saltwater State Park,  prachtig gelegen aan de kust en maar een kleine 10 km van het vliegveld. In de verte bergen met besneeuwde toppen. In onze tassen onze dagelijkse boodschappen. D.w.z. twee Budweisers, ' n fles rosé, een grote zak tortillachips ($2 only), pasta, kikkererwten of kidneybeans, broccoli, wortel, fruit, brood en (pinda)kaas. 'n Vrouw gilt naar mij als ik met mijn zwaarbeladen fiets naar beneden dender richting The Pacific: " Oh my God, you've to go up that hill?" Ik heb geen tijd om iets terug te roepen. Ik moet opletten. Het is zaterdagavond, er lopen kinderen rond. Eigenlijk is de camping vol, maar... er is hier één hiker- biker plekje en daar is nog niemand. Alweer hebben we geluk. Onze tent staat weer. Voor de laatste keer, maar dat weten we zelf nog niet. We gaan vlug naar het strand en genieten nog tot  kwart voor 8 van onze drankjes, de chips, de zon, het uitzicht, de mensen van diverse pluimage en van elkaar of course!

We gaan naar huis.
Het is alweer zondag en we besluiten om naar het vliegveld te fietsen, om onze vlucht te reconfirmeren. We weten al dat we 8 augustus terug kunnen vliegen. Twee jaar geleden was het een heel gedoe, om fietsdozen te bemachtigen voor onze vlucht vanuit Vancouver. We willen, die problemen voor zijn en gaan op onderzoek uit. Hier in Seattle is alles beter geregeld. Fietsdozen kunnen we op het vliegveld kopen en ook kunnen we morgen al mee naar Amsterdam. Gelukkig wisten we, dat de Thalys naar Antwerpen moeilijker te verzetten is. We zeggen gewoon, dat we een paar dagen in Amsterdam willen blijven (de trein naar Antwerpen nemen we toch niet). En zo gezegd, zo gedaan en zit ik nu te bloggen op het vliegveld. Alles is al ingepakt en- gecheckt! We komen eraan!

Vakantiefietsen!

Na Portland zijn we echt aan het vakantiefietsen. We maken zo'n 70, 80 km per dag. Er staat geen druk op. We staan niet al te vroeg op, ontbijten op ons gemak en zien wel waar we terecht komen. We volgen de spoorlijn, die langs de oude highway 99 loopt. Veelkleurige bloemen in de berm en ook rijpe bramen in overvloed. Onze versnellingen gaan maar heel af en toe in het kleinste verzet. We komen prachtige, rustige plaatsen tegen met op iedere hoek wel een garage- of yardsale. We drinken koffie bij Starbucks, halen mail op, downloaden de krant voor ' s avonds en genieten van een overheerlijke lunch bij een Mexicaan of in een 'dining' (met tafels met banken zoals in Seinfeld). En nu lacht Mount Rainier ons toe. In het Lewis and State Park staat onze tent in een oerbos, langs the Cowlitz River. De Cowlitz indianen woonden hier vroeger en bouwden 7 winter dorpen.  's Avonds maken we ons eigen prutje aan de picknicktafel. En zo komen we langzaamaan in de buurt van het vliegveld vlakbij Seattle. We ruiken de stal!
bramen plukken


Mount Rainier


donderdag 2 augustus 2012

Eerste lekke band!

We moesten een klein stukje over de snelweg. Ik hoorde een hard geluid van ijzer op ijzer (zag niks) en toen ik ging zwalken, begreep ik het: lekke tube! Ik gilde en zwaaide naar Peeetje, maar die reed vrolijk verder. Na enige tijd keek hij in zijn spiegel, zag mij niet, stopte en kwam teruggefietst. En mijn geweldige fietsmaatje, ik heb hem daarop uitgezocht, repareerde onze eerste lekke band na 2600 km in een handomdraai. Die vieze handen werden schoongespoeld in de rivier. Toch vandaag nog 67 km relaxed gefietst.
gelukkig staat de deur open

na een dag fietsen, zwemmen in de rivier

woensdag 1 augustus 2012

Longing for Rotterdam?

Portland doet ons aan Rotterdam denken. Er is zelfs een hefbrug. We zien veel fietsers en vintage winkels. Peeetje zegt altijd: "Wat je thuis laat, is mooi meegenomen." Dus...........ik koop helemaal niks. Ik kan echt niet met oude kastjes, kleren, schoenen en andere zooi aan de haal gaan. Ik zie zelfs een stuk van het wandmeubel van mijn ouders. Wat was mijn moeder trots toen haar oude dressoir de deur uitging en het wandmeubel in haar kamer stond. Toen ze overleed konden we het aan de straatstenen niet kwijt en nu betaal je er een vermogen voor! In Nederland zag ik het pas op een website en hier staat het voor best veel dollars in The Vintage Pink (en wat zou ik het graag willen hebben in mijn huisje in Happy Village (Blijdorp) in Rotjeknor.
We worden in Milwaukie gastvrij onthaald door Gerda en Allen, die we twee jaar geleden ontmoet hebben op The Kathy Trail in Missouri. Gerda (original from Zwitserland) begeleidt ons de stad uit, langs de rivier. Again we have a lot of fun! Thank you so much Gerda and Allen!






maandag 30 juli 2012

Vijf weken later!


Zonet vlak bij dit bord, vijf weken en 1 uur later, 2500 km op de teller! 

Sundays Specials@Safeway

Breakfast Special

Het fijne van zo vroeg op staan op een camping, is dat er nog niemand op de wc is. We kamperen nu al tien dagen aan één stuk en we vinden het heerlijk. Om 5 uur maakt Peeetje me meestal wakker, we blijven nog even liggen en dan hup aan het werk. Tegen de tijd dat ik de binnentent heb ingeruimd, is mijn eerste bakje leut klaar. Vaak loop ik er mee naar de restrooms! Als ik terugkom, het gelukkigste moment van de dag, vlug nog een koffie, eten, pakken en weg zijn we. Weer on the road voor weer een nieuwe dag. Wat zal die ons brengen? Waar slapen we vanavond? Zo ook vandaag op deze rustige zondag. Een vrouw zit te lezen voor haar tent. Kan zeker niet slapen. Waar zijn mijn slaapproblemen?  Iedere nacht slapen we 8 á 9 uur. Ik slaap diep en vast en als ik even wakker ben (om te plassen in ons erwtenconserven blik), ben ik zo weer weg. Peeetje eet niks gedurende de hele nacht. Thuis heeft hij de gewoonte om 3á 4 keer uit bed te gaan om te eten. Vandaag eerst een stukje interstate en dan weer op de 99. Bij Safeway drinken we weer koffie. Ik ben helemaal verliefd op die supermarkt. Veel organic food en goede prijzen. Van verschillende ketens, heb ik de bonuskaart in mijn portemonnee, maar Safeway is the best! De zon breekt vandaag wat later door. We hebben onze tweede ontbijt om half twaalf (65 km al gefietst). The breakfast special vandaag is steak, eggs, hashbrowns, yoghurt with fruit, toast met jam en boter en dit alles voor maar $5, 95. Daar kunnen we niet tegen op kopen./koken. We eten alles op (op deze reis ben ik een flexitariër) en fietsen nog zo'n 30 km. Bij weer een Safeway ons dagelijkse portie alcohol, sojamelk (ja, eindelijk heb ik Peeetje zover dat hij geen melk meer drinkt), groente, fruit en bonen voor de soep vanavond, kopen. Nu nog een plek om te slapen and we are all set! De mevrouw achter de kassa zegt: "Elk's Park on the Mulino Road'. Een aardige jongen gaat op zoek op zijn telefoon en stuurt ons via een hele grote omweg naar een private campingground van The Elk's. Alleen leden mogen hier overnachten. Na wat rondlopen, komt er een man uit een RV. Wij vertellen dat we all the way uit Holland zijn komen fietsen en op zoek zijn naar een plekje voor onze tent. Om een lang verhaal kort te maken. Deze man, geboren in Middellburg en op zijn twaalfde geëmigreerd, met zijn ouders naar The US, schrijft ons als guest in. Wij betalen 10 dollar en staan op het mooiste, rustigste plekje ever en gaan ons te buiten aan al het lekkers van Safeway!

zondag 29 juli 2012

Kilometers vreten!

Terwijl heel Amerika kampt met grote droogte, genieten wij van een heerlijk temperatuurtje. Al twee dagen is het 's morgens bewolkt en kunnen wij goed doortrappen. Rond 13.00 uur breekt de zon door en het wordt niet al te warm. Na onze rustdag in Canyonville volgen we min of meer de snelweg. We rijden er maar heel af en toe op, meestal de parallelweg, de oude historische route langs de spoorlijn. Veel houtindustrie op rustige landelijke wegen. We ontbijten weer voor 5 bucks in 'diningen' waar de meest slechtgeklede, dikke mensen ontiegelijke hoeveelheden voedsel zitten te verorberen. Wij vallen niet op in onze verschoten kleren, sandalen en truck(fiets), waar wasgoed op ligt te drogen. En dan is er weer een heel ander landschap; veel graanvelden en lange vlakke wegen. Het voelt goed, dat we ons geen zorgen hoeven te maken, om ons voedsel en ons onderkomen voor de nacht. Steeds vinden we een camping, we slapen het liefst in onze tent, na meer dan 100 km (zaterdag 127 km. Dat hebben we wel verdiend vinden we, ja toch?
wachten voor de trein
na wat kilometers weer wachten voor dezelfde trein

weer een heel ander landschap



wervelstormpjes op het platteland

vrijdag 27 juli 2012

Rustdag!


Koffiedrinken, kijken en niks kopen, zwemmen, lezen en bloggen in Canyonville.

Pas op voor de hond!

Gisteren hebben we 105 km gefietst over een prachtige, rustige weg van Trail naar Canyonville. De eerste 20 km moesten we klimmen, maar daarna gingen we langzaamaan door een dal naar beneden. Om ons heen bergen. En...er waren ook weer honden. Lees hier het verhaal van Peeetje.
Zoals overal ter wereld houdt men hier in de VS honden.
Mijnsinziens zijn er hier in California/Oregon vier soorten:

De toffe kameraden.
Meestal grotere beesten met een schofthoogte van je knie. De soorten die je een lekkere klap op de kont kunt geven en dat als een  aanmoediging beschouwen tot spelen.
"Spelen" betekent als een gek rondrennen en na enige rondjes de vuile voorpoten tegen je aanzetten, met de natte snuit plus kwijlerige tong ter hoogte van je mond en een gezicht van "doe je nog mee of niet"?

De niet-bestaande honden.
Bij ieder hek dat enig privaat gebiedsomvang pretendeert, staat:
'Dog on duty" of "Beware of the dog", of "Watchdog".
Zo'n bord intrigeert me altijd en ik test het waarheidsgehalte daarvan soms door náást dat bord even mijn urine te lozen.
Iedere hond is gevoelig voor geurvlaggen, nietwaar?
Geen reactie betekent: geen hond. Fake.


De schoothondjes.
Half Amerika heeft gedrochten in huis die "very cute" zijn.
De door vorstelijk betaalde dierenkappers gecoiffeerde poedeltjes, schnautzertjes, pinchers en tegenwoordig de ....chihuahua.
Chihuahua's, een soort kuttenlikkertjes van ongekende inteelt, zijn hier zeer populair.
Dat zie je niet alleen aan de vele opgedofte vierpotertjes met een wollen dekje van de "stars and stripes" op de 4th of July, maar ook de vermenselijkte bedmaatjes met sokjes aan hun pootjes en roze strikjes in hun oortjes.
De meesten hebben een zeer onnatuurlijke wanverhouding  tussen  kop en lichaam.
De kop lijkt op een opgeblazen ballonnetje met de bolle oogjes veel te ver naar buiten perst.
 De dunne satéstokpootjes lijken dan weer bij een wandelende tak te horen.
Vergis u niet...dit hóórt zo volgens de huidige jurytermen van de kynologie.
Het is "móói!"
Hoe idioter de lichaamsverhoudingen hoe "mooier".
Dat iedere bevalling van een moeder chihuahua een pijnlijke bevalling is, omdat de kop van de boreling veel te groot is voor het bekken van de fragiele moeders,  dat is uiteraard geen issue.

Opvallend tijdens onze fietstrip is het aantal aanplakbiljetten met vermiste hondjes.
Veelal chihuahua´s.
Er ligt nogal wat aan  harige verkeersslachtoffers op de door ons befietste wegen.
Vele zijn herkenbare wasberen, skunks of squirrels.
Sommige echter zijn van de bovengenoemde viervoeters.
Als de donkerbruin-rode haarpannenkoeken op het asfalt erg klein zijn, dan denk ik echter niet aan het hondje.
Nee, dat is dood en allang opgedroogd, maar mijn meeleven gaat dan uit naar de huilerige Amerikaanse, die alweer haar nacht eenzaam, maar vooral onbevredigd moet doorbrengen...
De ongeleide projectielen.
Annelies en ik hebben ieder een ouderwetse glasvezel aanwijsstok naast onze voorvork om achtervolgende jagers een gevoelige tik op de neus te geven.
Bij niet-aangelijnde farmhonden een adequaat instrument voor fietsers.
Reeds rond 06.00 u op weg van de camping bij Crater Lake naar de vlakkere vallei die naar Portland leidt, worden we onderweg van rechts plotseling furieus toegeblaft door twee middelgrote etters.
Fietsers kennen ze daar niet, dus wij als langzame prooi zijn aantrekkelijk om naar toe te stuiven.
We hebben procedures daarvoor, want honden pakken altijd de achterste.
Achter het gaas rennen ze eerst met ons mee tot het komende open hek en dan begint het spel.
Onze hondenprocedure is:
--direct remmen om hun jachtinstinct te verpesten
--Annelies naar voren, ik naar achteren, tegelijkertijd de stokken trekkend
--Annelies heeft de grootste mond, dus die begint terug te schreeuwen. Ook dat maakt indruk.
Deze haarballen kennen echter ook zo hun hondse guerilla tactieken, dus proberen ze met heen en weer rennen  buiten onze slagruimte te blijven, terwijl wij langzaam voorwaarts bewegen.
Zo redden we onze kuiten uit de bekken van de lieverds en laten ze midden op de weg achter, terwijl ze nog triomfantelijk nablaffen.
Wij vervolgen onze reis.

donderdag 26 juli 2012

Crater Lake

De klim vanuit Medford is geleidelijk. Dit kunnen we goed hebben en er is geen summit in het verschiet. Pas naar het meer naar boven. Hebben we hier eigenlijk nog wel zin in? We hebben al zoveel geklommen (en gedaald). Het blijft toch onze vakantie en we zijn ook de jongsten niet meer. Nou dat zien we dan wel weer. Komt tijd, komt raad! Crater Lake is een must! In Eagle Point bezoeken we het Visitors Centrum en krijgen uitleg van een 84-jarige dame  over de streek en ze wijst ook ons op Joseph H. Stewart State Park aan Lost Creek meer. In Shady Cove kunnen we uitgebreid boodschappen doen en Peeetje vindt daar zijn lievelingswhiskey voor maar 7 dollar. En weer hebben we geluk, want verder waren we niet gekomen. Na 84 km zijn we in het park. De volgende camping is nog wel 40 km verder en dan zouden we nog meer omhoog moeten. Moe en voldaan gaan we de nacht in en we hebben al besloten, dat we niet op de fiets naar boven gaan. We gaan op zoek naar een shuttle-busje.
We pakken alles in en vertrekken richting Union Creek. We informeren tijdens ons tweede 'huge' ontbijt in het rond. De beste raad krijgen we van het stel naast ons. Ga eens naar het historische hotel next door! Wellicht kunnen ze jullie daar helpen. We moeten even wachten, want de juf aan de mooie houten balie is in gesprek, maar wat horen wij daar? Is dat Nederlands? Jawel hoor! Dat zijn Tilly en Gerard uit Rotterdam! Tegen de tijd, dat de juf aan de balie klaar is met haar telefoongesprek, is ons probleem opgelost. Wij Rotterdammers, zo mag ik me wel noemen na 20 jaar daar te wonen, weten van aanpakken. Tilly en Gerard rijden vandaag Crater Lake rond en wij en onze fietsen, mogen mee naar boven. Oeps, maar wij hebben wel nog 10 tassen. Waar laten we die? Vlug fietsen we naar de RV-camping aan het einde van de weg. Helaas doen ze geen 'tenting' maar wij mogen wel alles stallen. Terwijl de mannen voor in de auto zitten te lullen, komen Tilly en ik erachter, dat we veel dezelfde mensen kennen. Tilly is directeur van een basisschool van Onze Wereld in Rotterdam. Wat is de wereld klein. Toeval bestaat niet! Zelfs mijn ongelovige Thomas-Peeetje, gaat erin geloven! We worden netjes afgezet bij The Visitors Centrum en klimmen de laatste 5 km zelf naar de top! De foto's vertellen genoeg. Awesome! Zo ook de afdaling. We halen onze spullen op en gaan weer richting State Park! Precies op dezelfde plek als de nacht daarvoor zetten we onze tent op. Wat een dag! ;


Yreka-Ashland

the old highway, zoek P
Mount Shasta
De eerste 40 km vanuit Yreka gaan over de oude highway prachtig door het dal. Mount Shasta lacht ons toe! Daarna, voor de eerste keer deze reis, het kan niet anders,  op The Interstate 5 (snelweg) en we moeten weer een summit over, the Siskiyou Summit van 4310 ft/1314 m. Hadden we nu maar een elektrische fiets. Gisterenavond in de zaterdag NRC een artikel gelezen over de Scott-bike (from the States). Zal die naar de Scott Mountain genoemd zijn? Vast wel! Voor de kenners onder ons. De Mount Ventoux gaat van 300 meter naar 1900 meter in 20 km. Ooit iemand gezien, die deze col met zoveel bagage beklimt, met alles wat je in het leven nodig hebt in tassen, hangend aan die fiets? The summits, die wij hier doen zijn vergelijkbaar met de cols van de Tour de France, de Tourmalet, de Galibier, de Alpe Huez.  Iedere dag hebben we er nu een! “And…they are old”,  riep iemand al applaudisserend onlangs. De vrachtwagens, gaan met knipperende lichten omhoog. De RV’s (Recreation Vehicles) kunnen dan voorbij. Ze gaan soms net zo hard als wij. Gelukkig kunnen we als we zo zachtjes gaan het wegdek goed scannen. Er ligt veel rotzooi op the shoulder (uitvoegstrook, wij fietsen hierover). Vrachtwagens verliezen bumpers, delen van banden (pas op ijzerdraad, lekke banden), wieldoppen, wielmoeren, stukken hout en spullen, die ze kwijt willen, van kleding tot jerrycans toe. Dan ook nog stenen en takken. Bij een plekje schaduw eten we boterhammen, zoals echte Hollanders gesmeerd voor ze naar het werk gaan. “Dit is geen vakantie, dit is werk”, roep ik regelmatig naar Peeetje. Welke gek staat in zijn vakantie om half zes op om vervolgens zijn lijf zo af te peigeren? Op the summit moeten we onze remmen testen, als we naar de borden luisteren. De afdaling doet alle leed weer vergeten. We denderen, nu moeten we nog beter opletten,  langs Emigrant Lake Starbucks in Ashland binnen  (jamjam iced coffee) en vinden onze plekje voor de nacht op een camping bij een new age spa-camping. Onze vermoeide spieren kunnen ontspannen in the hot springs. Mijn highligt roze broek vindt het zwavelwater niet zo fijn. Hij verbleekt terplekke als ik hem uitwas. We wassen onze kleren van de dag altijd meteen bij het douchen. Hup aan de waslijn en ze kunnen alweer op ons kussen klaargelegd worden voor de volgende dag. Jammer dat op maandag the pool schoongemaakt wordt, anders waren we gebleven. Nu vervolgen we onze weg via het Bear Creek Greenway fietspad- ja ze hebben hier in Oregon fietspaden- richting Medford voor alweer een nieuw avontuur. Op naar Crater Lake!

Emigrant Lake bij Ashland

Peeetje bestudeert het fietspad in Oregon

Scott Valley

Bluegrass Festival


Verhaal van Peter. (Vrijdagavond Etna)
 In het donker reden we met onze flikkerlichtjes voorop naar de RV-campground, waar men een stuk gras voor “tenting” had.
Het was heerlijk koud die nacht.
Ja, “koud” is heerlijk als je in een tent slaapt, want dan kun je lekker onder ons donzen dekbed wegkruipen en dat slaapt goed.
Nadeel van koude nachten is dat de tent aan de binnenkant altijd (en aan de buitenkant soms) zeiknat is van de condens.
Zo rond 05.15 u wordt Peter meestal wakker en dan begint ons vaste ritueel om 05.30 u.
Peter haalt alles uit onze bagage-aanbouw, haalt water, steekt het vuur aan en zet koffie.
Annelies ruimt de slaapruimte op, propt alles in propzakjes (ja, zo heten die) en werpt de tassen naar buiten.
Heel vaak worden die activiteiten bij ons onderbroken door “aandrang”. Om de beurt rennen we dan naar de restroom.
Na deze vaste patronen, natte tent ingepakt en tassen aan de fiets, staan we dan meestal tussen 06.30 u en 06.45 u. op straat.
Over de bergtoppen kiekt inmiddels de zon.
Vanmorgen opende Scotts Valley zich naar het noorden breed, met lage mist getooid, uit en we peddelden relaxed over de nu weer eens waterpas lopende weg naar Yreka. (Niet te verwarren met Eureka aan de kust).
Hier en daar loeit een koe in de uitgestrekte vallei en we passeren weer de die nacht gevallen dieroffers: een fraaie slang, een dikke kat, een reeds door de rottingsgassen sterk opgezwollen hert, eekhoorns en – ja, ze zijn er weer – de luid piepende prairiedogs, rechtopstaand op hun achterpootjes aan de ingang van hun ondergrondse burchten.
Het gaat gesmeerd met een hoog km-gemiddelde, geen wind en geen verkeer.
Lekker met z’n tweeën breeduit naast elkaar op de weg.
Aan het eind van de vallei meldden borden dat we moesten opletten voor “migrating deer”.
Een plek van een paar km stond bekend als een massale oversteekplaats van hertenroedels.
Men had zelfs camera’s, bewegingsinstallaties en matrixborden geplaatst.
Links en rechts lagen wat herten in de wei te herkauwen en volgden ons, als fietsers een onbekend verschijnsel, met stilgevallen bekken en opgerichte oren.
De kaart had al gemeld dat er een “summit” van ruim 4000 feet voor ons lag en dat betekent dus: zwaar klimmen….
In 2010 hadden we in 3 maanden nog niet zoveel bergen onder de wielen gehad als hier.
Daar heb ik, Peter, me bij de planning van dit jaar dus op verkeken.
Waar het serieus omhoog begon te lopen, meldde een bord dat we op 3000 ft zaten.
Een eenvoudig rekensommetje leert dan dat het verschil van 1000 ft, oftewel, ca. 330 meter is.
Nu hangt het er maar vanaf HOE je die 330 m gaat pakken
Ligt die klim egaal verspreid over 10 km, of, zoals hier heel wat minder.
Alweer zitten we in de laagste versnellingen, hetgeen resulteert in een snelheid tussen 5 – 6 km per uur.
Iedere 10 minuten afstappen is dan noodzaak om op adem te komen en de verzuring uit je kuiten te halen.
Wat een lafenis, als je dan tegen de top van de pas het gele bord met een neergaande truck ziet staan.
Trucks use lower gears, of….slow traffic keep right.
We weten dan dat de fysieke inspanning om de boel omhoog te krijgen, wordt omgezet in spanning om de boel weer héél omlaag te krijgen.
Omlaag lijkt makkelijk, maar het vereist een enorme concentratie.
Onze snelheden lopen snel op tot tussen 40 – 50 km per uur.
En dat is dan nog MET bijremmen…..
Op een gegeven moment ga je te snel om op tijd de gaten of spleten in het wegdek te kunnen zien en op tijd uit te wijken.
Ligt er losse gravel, vers asfalt, olie, een scherpe bocht?
Het gaat wel lekker snel, maar je kunt geen moment in een snelle afdaling je aandacht aan het landschap besteden.
Soms stoppen we dan ook om foto’s te maken, onze door het remmen verhitte velgen te laten afkoelen en te genieten van het nieuwe dal.

Na de summit van Fort Jones, dalen we in weer een heel ander landschap; droog.
Als eerste zien we de grote, gele McDonalds M.
Duidelijk: een grotere stad!
Mc Donalds betekent voor ons allereerst: Free Wifi.
We hebben met onze fietsen en outfit altijd bekijks.
Overal worden we bestookt met “hoe ver, waar vandaan, waar naar toe”?
Een local aan het ontbijt vertelt ons dat we upnorth vandaag nòg een 4000 ft. tegenkomen.
Twee jaar geleden kwam dat ongeveer 3 – 4 keer voor op onze hele reis.

Vandaag zou dat dus twee worden.
En…..het werd heet. 90 graden F. is hier vrij normaal. Droge lucht weliswaar, maar een colletje beklimmen is andere koek.
Een pet op tegen de zon is hier, zeker met die kale van Peter, een must.
Met deze hitte is echter het op je kop hebben van wat dan ook een crime.
Bij onze stops heuvelopwaarts speid ik, Peter, dan ook bij voorkeur mijn armen in de wind, laat mijn fietsbroek zakken tot onbeschaamde laagte om het door het zweet vochtig geworden kruis te laten uitwasemen.
Raar?
Zeker, maar het koelt lekker af.
We besloten, gezien de hitte en de tweede summit van 4000 onze tent in Yrika op te slaan.
’s Middags doorkruisten we relaxed dit stadje naast elkaar rijdend en onderwijl passeerde een politiepatrouille ons langzaam.
De officer stak zijn wagen in een uitgang en riep ons gemoedelijk, maar wel duidelijk toe:
“Hey guys, you can’t ride side by side.”
Om duidelijkheid te geven omtrent onze banaliteit, lichtte ik de agent in over ons Nederlands gebrek aan kennis m.b.t. de Amerikaanse verkeerswetgeving.
Hij knikte begrijpelijk en schold ons de levenslange detentie op Alcatraz kwijt.
Viel dat even mee….
Mijn neef Hans, doorgaans goed geïnformeerd  en die ons heel bezorgd  voor “Amerikaanse toestanden” heeft gewaarschuwd, kan weer gerust zijn.
We zijn nog op vrije voet.
Maar voor hoe lang?
Verbaasd waren we dan ook dat diezelfde politiewagen bijna náást ons tentje opnieuw stopte en de koddebeier, naar onze tafel kijkend, voorzien van twee Budweisers en een fles rosé, toeriep:
“Hey, do you have something for me too?”
Was het toeval, of was de overijverige dienstklopper ons gevolgd tot op de camping?
We weten het niet, maar het was wèl erg toevallig.


zaterdag 21 juli 2012

Beren op de weg?


"You must have very strong legs", waarschuwde hippie-oma chauffeur ons, toen we haar vertelden dat we Scott mountain over zouden gaan. Iedereen in Weaverville, die we spraken , van de fietsenmaker tot de mevrouw in the thrift store (in onze haast had ik mijn helm en Peter een tasje met natte blouse en knieband in truck laten liggen) dacht, dat we sommige stukken zouden moeten lopen. We gingen onderhand zelf nog geloven, dat het niet zou lukken om die top te bereiken. We vragen ons nog steeds af of 10% stijging hier hetzelfde is als 10% bij ons. Feet, miles, pounds, Fahrenheit, we rekenen alles om, maar hoe zit het met %? Waar is het honderste deel van? Welke nerd/dyscalculiespecialist kan ons hier een antwoord opgeven? Ons laatste kamp was dus zo dicht mogelijk bij de top. Half zes uit de tent, sterke koffie zetten en hup de pedalen op! De eerste 15 km was de klim geleidelijk en toen....begon het! Maar.....we hebben maar één keer een stukje hoeven lopen. Na twee uur over 8 km met op de teller meestal 5 km per uur bereikten wij de top. Alweer een piekervaring! Klaar voor de afdaling naar de beautiful Scott Valley met meestal 45 km en af en toe zelfs 50 km per uur op de teller.  We moeten nu stoppen om de velgen te laten afkoelen. We fietsen zo een gezellige farmers markt op en 's avonds genieten we van het Bluegrass music festival in the Mainstreet. We hebben alweer the time of our lives!
beren(poep) op de weg



Scott mountain

I am a golddigger!

We zijn de regen alweer vergeten. Fris en fruitig verlaten we Weaverville. Alles zit weer schoon in de tassen (I love the laundry's in The States. Voor 5 dollar heb je zeep, een wasmachine en een droger). We fietsen door Shasta-Trinity National Forest. Ohh, wat mooi! Het Trinity Lake, het derde grootste 'hand made'  meer in Californië doemt op en wij gaan onze boterhammen eten. We moeten eten, om knikkende knieën te voorkomen. De hellingen blijven up en down gaan. In Trinity Center, we verwachten een stadje, maar er is niks slechts 'n winkel, doen we onze inkopen voor de dag. In Coffee Creek drinken we wat en op the campground Trinity River slaan we ons kamp op. This is Paradise! Nobody is here, just the two of us en een hert. En beren??? Dat zou zomaar kunnen, volgens de waarschuwingsborden. We bergen al ons eten en toiletspullen op in de wc (gat in de grond met deksel). Het water is niet drinkbaar, dus koken we het en we gaan op zoek naar goud en vinden het ook nog!
my golddigger!






donderdag 19 juli 2012

A rainy day!

De regen valt met bakken uit de lucht. Gelukkig zitten slaapzak, laken, matjes en kleren droog in de tassen. De tent (binnen- en buiten) en het grondzeil zijn nat en binnen de kortste keren wij ook; maar dan ook echt zeiknat! Onze fietsen krassen en kraken van het zand en door de regen en de mist doemen weer van die steile hellingen op! Oef, dat wordt ploeteren. Dit is niet leuk meer. Hoe moet dat nou? Ons enige lichtpuntje is, dat er over 5 miles (8 km), volgens Noah, een tentje met overheerlijke veggie-burgers moet zijn en/of een klein dorpje, Mad River. Dat dorpje, Mad River is niet genoemd door Noah, het staat op onze kaart, maar die vertelt ook niet altijd de waarheid. Soms hopen wij te vinden,  wat wij denken: “een dorpje, een winkel.” Maar al een paar keer was het slechts een trailer, een hutje en laatst een picknicktafel! En jawel hoor, Noah heeft alweer gelijk! Om 10 voor zeven staan we voor een gesloten loketje, van een aftandse caravan met inderdaad ‘Veggie - Burgers’ op het uithangbord en daaronder open at 8 o’clock’. Er is iemand binnen en na een paar hello’s vertelt de aardige mevrouw, dat er aan de overkant hoog op de berg een lodge is.
Hé, dat hebben we door die regen helemaal niet gezien! Ze verhuren daar kamers. Wanneer we boven zijn is alles nog donker. Heel geduldig gaan we uitdruipen onder een afdakje. De morgenstond heeft goud in de mond oftewel “the early bird catches the worm.” We hebben meer dan 12 uur om een droog warm onderdak voor de nacht te zoeken en hier is dan in the middle of nowhere een lodge met motelkamers in de aangrenzende gebouwen. Dat komt wel goed! Lucky we!
Rond acht uur gaat er een deur open en een kat wordt uitgelaten. Voor de tweede keer op deze vroege, natte ochtend schallen onze ‘hello’s door het Trinity-bos. Een man met een staartje doet open en hij zegt meteen, dat hij fully-booked is. Wij vinden dat raar, omdat we in de motelkamers niks zien of horen en ook staan er geen auto’s (inmiddels is het al rond achten en een beetje outdoor-mens is dan al op). Na wat aandringen en zielig doen, laat hij ons binnen. Hij verwacht een hele ‘crew’. Die is er nog niet, maar hij wordt er wel al voor betaald en in tijden van crisis is dit natuurlijk super! Hij wil wel voor ons bellen naar een lodge bij een lake 20 miles verderop, in oostelijke richting. Wij willen helemaal die richting niet uit, maar vooruit met de geit, laat maar bellen. ‘There’s a wedding”, bromt hij en dan is er koffie.  “He, he, eindelijk”, denken wij alle twee. We zouden het bijna vergeten, die hebben we nog niet gedronken en het is al 10 over acht! Na wat heen- en weer gekeuvel, snappen we wie die ‘crew’ is. Het is een film ‘crew’ van Discovery Channel. Er wordt een film gemaakt over de marihuanateelt hier in deze omgeving. “Sssstttttt! ”, tegen niemand zeggen” en hij bonjourt ons de deur uit. Maria en Jozef, verkleed als Annefiets en PedalPeter, niet op een ezel maar op de fiets, op zoek naar een warme, droge plek voor de nacht. Bergje af, weer terug naar de ‘Veggie-Burger-Mevrouw. Wie weet kent zij iemand met een pick-up truck, die ons naar het eerste het beste motel brengt?  
Ja, reageerde de Veggie-Burger-Mevrouw, ze had wel een dochter in Eureka, (da’s 110 mijl hiervandaan…) en die zou ons wel kunnen brengen. Over een paar uur dan.
Ook the butcher, hiernaast in het café, zo vervolgde Veggie, weet wel iemand. Hij is een local. We stapten bij de met een lang leren schort behangen slager en ‘s avonds barkeeper binnen en legden ons probleem opnieuw uit. Hij begreep het probleem meteen. In the lodge was een ‘crew’ van de FBI binnen. De marihuana teelt werd ontmanteld. “Sssssssssstttttttttt, tegen niemand zeggen. Ga maar t.v. kijken en opdrogen en ik regel wel wat.” En zo geschiedde. Zijn zoon in Fortuna, die bracht de pick-uptruck en zijn neef, opgehaald door de zoon, bracht ons naar Hayford. Anderhalf uur later. We kijken ondertussen naar een documentaire over Mexicaanse drugskartels, die hier marihuanaplantages opzetten. Anderhalf uur later rijden we met alles achterop de pick-uptruck door de nog steeds neerstortende regen. Tegelijk worden er voor ons tientallen steile hellingen geslecht, hetgeen in de kuiten toch heel anders aanvoelt per auto.
Maar toen….waren in Hayfork alle ooit aanwezige motels gesloten of van functie veranderd. Neef wilde niet meer verder. We hebben hem uiteraard betaald en ons voor nieuw beraad bij de bibliotheek laten afzetten. De behulpzame dame daar binnen opperde voorlopig ons daar te laten opdrogen; we waren al weer nat van even de fietsen afladen en we konden gewoon wachten op de bus van 13.50 u. De bus? Die oplossing kwam daarmee met de regen uit de hemel vallen. De bussen hebben hier aan de voorkant een rek voor twee fietsen!
De oude-hippie-oma die de bus reed, vond wel dat we veel bagage hadden. Ze hielp  met vaardige hand de fietsen vóór op de bus te fixeren en voor $ 8,--, incl. de fietsen,  reed ze ons 30 mijl over de volgende granieten ridge. Hoe kan het allemaal zo precies passen? We zaten nu twee zware etappedagen verder. En droog! Onze chauffeur-oma zette ons downtown af bij een motel en nam degelijk afscheid. Beiden  kregen een hug.
Dat is onwennig. De buschauffeur die je omarmt bij aflevering op plaats van bestemming.
We moesten alle hectische problematiek van die dag verwerken en boekten, ook om de voorspelde 2e regendag te ontlopen, gelijk 2 nachten.
De volgende dag hebben we in Weaverville, een gemoedelijk booming stadje gedurende The Goldrush van 1850, een rustdag genomen om lichaam en geest te laten ontspannen. Met een joint. “Sssstttttttttt, tegen niemand zeggen, hè? ”